Het EPB-dossier

 

De EPB regelgeving is vanaf 01/01/2006 van kracht gegaan en heeft een overgangsperiode tot en met 31/12/2006.

In het kader van de EPB-regelgeving bestaan nu 4 sleutelmomenten bij het indienen hiervan. De vier momenten zijn:

 

1. Aanvraag stedenbouwkundige vergunning

Op 16 januari zijn nieuwe aanvraagformulieren verschenen in het Belgische staatsblad. De aanvragen moeten vanaf heden ingediend worden met deze nieuwe formulieren. De oude zijn niet meer van toepassing.

Het isolatieformulier dat bij de aanvraag moet worden bijgevoegd is het bewijs dat het geplande gebouw voldoet aan de regelgeving. In de praktijk durven deze uitvoeringen af te wijken van wat voorop gesteld was. De EPB-regelgeving verschuift dit moment van bewijs tot na de ingebruikname van het gebouw. Dit neemt uiteraard niet weg dat men in de loop van het bouwproces de nodige maatregelen moet voorzien. Daarom worden volgende nieuwe procedures ingevoerd.

Bij de vergunningsaanvraag van gebouwen waarvoor EPB-eisen gelden, wordt een verklaring van zowel de aanvrager als de architect gevoegd. Hierin wordt vastgelegd dat de architect zijn informatieplicht t.o.v. de bouwheer moet nakomen en deze op voldoende wijze inlichten over de regelgeving. De aanvrager van het stedenbouwkundige dossier verklaart hierbij op de hoogte te zijn gebracht van de maatregelen noodzakelijk om aan de energieprestatieregelgeving te voldoen.

 

2. Startverklaring

De startverklaring moet uiterlijk 8 dagen voor de start van de werkzaamheden ingediend zijn bij de energieprestatiedatabank.

De startverklaring moet volgende gegevens bevatten:

•  Gegevens over het bouwproject

•  Ligging

•  Startdatum werkzaamheden

•  Aard van de werken (nieuwbouw verbouwing,…)

•  Bestemming van het gebouw

•  Het beschermd volume en indeling van het bouwproject (het beschermd volume is het volume waarbinnen het klimaat moet worden geconditioneerd)

•  Gegevens aangifteplichtige (eigenaar gebouw)

•  Gegevens architect

•  Gegevens van de verslaggever (persoon die geregistreerd staat bij het VEA (Vlaams EnergieAgentschap.)

De startverklaring moet worden ingediend bij de energieprestatiedatabank. Nadat deze is ingediend, ontvangt de verslaggever een elektronisch bestand dat hij moet afdrukken. De aangifteplichtige, de verslaggever en de architect moeten deze papieren versie afdrukken en wordt door de verslaggever bijgehouden.

 

3. De EPB-aangifte

 

De energieprestatie en het binnenklimaat zijn voor een groot deel afhankelijk van materialen en technieken die pas na het opstellen van het lastenboek bekend zijn. Deze zijn evenwel meestal niet definitief, daarom wordt de aangifte pas gedaan na de uitvoering van alle werken.

Ten laatste 6 maanden na de uitvoering van de werken moet deze EPB-aangifte binnen gestuurd worden door de verslaggever. Hierin beschrijft dfe verslaggever de maatregelen die zijn genomen om de eisen na te leven.

De aangifte wordt door de verslaggever elektronisch verstuurd naar de energieprestatiedatabank.

 

4. Het energiecertificaat

 

Bij elke bouw wordt volgens de Europese richtlijn een energieprestatiecertificaat aan de eigenaar ter beschikking gesteld. Zo een certificaat zal in de toekomst niet enkel verplicht zijn bij de bouw, maar tegen 2009 ook bij de verhuur en verkoop van gebouwen.

Dit certificaat bevat informatie over het energieverbruik van het gebouw en dus ook met het energiefactuur dat hieraan verbonden is. Ook de maatregelen die zijn getroffen om energie te besparen worden hierin meegegeven. Kopers of huurders kunnen op deze manier de energetische kwaliteit afwegen en vergelijken.

De Europese richtlijn schrijft voor dat dit certificaat gedurende 10 jaar geldig is en dat dit moet opgemaakt worden door een energiedeskundige.